Kort interview met Vincent Kompier

Volgens hem ligt de vernieuwing van de stad in de periferie en niet in het centrum. Hij helpt bij het ontwikkelen van omgevingsvisies en heeft zich onlangs beziggehouden met een adaptief plan voor het Marineterrein in Amsterdam. Daarnaast is hij kenner van en schrijver over Berlijn. Ik ontmoette hem tijdens een presentatie bij Students in Motion 2016. Aan hem onder meer de vraag hoe de stad van de toekomst eruit ziet.

Wat doe je precies?
Ik werk drie dagen per week bij de stichting Architectuur Lokaal, die tot doel heeft (publiek) opdrachtgeverschap te versterken. In de praktijk betekent dit dat ik me onder meer bezig hou met het organiseren van ontwerpateliers met jonge ontwerpers om gemeenten en provincies te helpen ambities te formuleren voor de Omgevingvisie. Dat is een nieuw plan, dat alle gemeenten in Nederland moeten maken. Wij helpen daarbij met ontwerpateliers, om zo veel mogelijk goeie ideeën en suggesties voor de visie te verzamelen. Daarnaast werk ik zelfstandig als schrijver, onderzoeker en adviseur op ruimtelijke vraagstukken. Zo heb ik me onlangs beziggehouden met het maken van een adaptief plan om het Marineterrein te ontwikkelen.

Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Ik probeer zo goed mogelijk om me heen te kijken, en me daarbij blijvend te verbazen. Waarom staat dat gebouw daar? Wie heeft dat bedacht? Met welk idee? Door me dergelijke dingen af te vragen krijg ik inspiratie. Dan ga ik op zoek naar redenen, ideeën en stuit vaak op het gat tussen idee en werkelijkheid. Dat fascineert me, en geeft me inspiratie.

Met wie of wat zou je graag willen samenwerken?
Eigenlijk met iedereen, want ik werk het liefst niet in mijn eentje. Met elkaar kom je tot grotere hoogte, door naar elkaar te luisteren, inspiratie op te doen (en soms gecorrigeerd te worden). Het liefst werk ik met mensen die nog niet helemaal overtuigd zijn van een idee of visie, omdat ik dan meer mijn best moet doen iemand te overtuigen.

Hoe ziet volgens jou de toekomst van de stad eruit?
De stad zal altijd bestaan en nooit vergaan. Wel maak ik me zorgen over de manier waarop steeds meer naar de stad gekeken wordt: als te verkopen product, waar economie eenzijdig wordt geïnterpreteerd als alleen maar een plek om geld te verdienen. Terwijl het om een goede balans moet gaan tussen welvaart en welzijn. Ik hoop dat meer en meer mensen zich tegen het beleid voor de stad aan gaan bemoeien, want zonder wrijving geen glans. Wat de stad nodig heeft is meer glans en minder geldzucht.

In welke gebieden van de stad vinden volgens jou vernieuwing plaats?
Daar waar bepaalde delen ‘achteruithollen’ doordat door drukte uitholling plaatsvindt van het aanbod en de diversiteit in een rap tempo verdwijnt, vind ik persoonlijk de stadsranden en de gebieden buiten de ring A10 in Amsterdam veel spannender. Daar wordt de stad opnieuw uitgevonden. Daar wordt door beleidsmakers minder gelet op wat er gebeurt, en dat geeft ‘ruimte’ aan andere, nieuwe ontwikkelingen. Dus terwijl iedereen zich opwindt over wat te doen met het centrum creëert de periferie ruimte voor vernieuwing.