Bijlmer: stad van de toekomst – context en proces

De Bijlmer viert vanaf 25 november 2017 een jaar lang haar 50 jarig bestaan. Het is een wijk die vanaf het begin tot de verbeelding sprak en dat nog steeds doet. Voor velen een voorbeeld van mislukte maakbaarheid en idealisme. Maar kunnen we er ook anders naar kijken? Via de context en het proces wil ik in dit jubeljaar laten zien waarom we er juist veel van kunnen leren.

Het geheel was in eerste instantie het werk van een beperkte categorie van specialisten die weinig tot slecht met elkaar communiceerden. Architecten en stedenbouwkundigen hanteerden specifieke vormgeversgedachten waarbij herhaling, regelmaat en scheiding van functies centraal stonden. Dit werd aangemoedigd door de bouwindustrie die daar in die tijd om vroeg, gesteund door de toenmalige minister. De woningdienst had weinig invloed en de politiek had geen programmapunten ingebracht. Evenzo gold dat voor woningbouwverenigingen. Gedragswetenschappers hadden ook geen duidelijke bijdrage en er was weinig tot geen vooronderzoek.
De ontwikkeling van en de besluitvorming vond plaats binnen een gesloten circuit, die alleen rekening wilde houden met informatie van buitenaf, indien deze strookte met de eigen opvattingen. Een relatief kleine groep oefende macht uit op grond van een ideologie die niet in de openbaarheid ter discussie werd gesteld.
Daarnaast kun je stellen dat het planningsproces niet ideaal was. Ook hier weinig tot geen tijd tot reflectie en alternatieven op vele niveaus. Met als klap op de vuurpijl een kostenplaatje dat niet klopte met het geschetste ideaal.
De bewoningsgeschiedenis illustreert de kloof tussen de door planners en architecten gekoesterde verwachtingen en de realiteit. Ze brengt de tegenstelling tussen de ideeën van een aantal specialisten en de waardering door de meerderheid van de bevolking schril aan het licht.

Anno nu en de toekomst kunnen we er van leren dat (ruimtelijke) projecten niet meer gesloten, maar open en dynamische processen zijn. Grote en kleine (ruimtelijke) projecten zijn tegenwoordig open systemen, waarbij iedereen mee kan praten en de context constant kan veranderen. Macht – een veranderende economie en politiek – en communicatie – emotionele rationaliteit van media en publiciteit – zijn daarin bepalende factoren. Doelstellingen, zoals een stad van de toekomst, kunnen daarin geschetst worden, maar de weg, het proces daar naar toe kan wisselen. Dialoog, reflectie, creativiteit en lenigheid (Scrum en Agile) zijn daarbij onontbeerlijk.